De beoordeling van de voorzieningenrechter bij het toestaan van het leggen van conservatoir beslag
Inleiding
Een schuldeiser die een vordering heeft op een schudenaar, zal in eerste instantie de schuldenaar verzoeken om betaling van die vordering. Als de schuldenaar niet vrijwillig de vordering van de schuldeiser betaalt, dan worden er eerst ingebrekestellingen of aanmaningen verstuurd. Als de schuldenaar de vordering dan nog niet voldoet, dan zal de schuldeiser een gerechtelijke procedure moeten opstarten tegen de schuldenaar. In die procedure zal de schuldeiser de rechtbank vragen om de schuldenaar te veroordelen tot betaling van de openstaande vordering, te vermeerderen met wettelijke (handels-) rente en de door de schuldeiser gemaakte proceskosten.
Omdat gerechtelijke procedures soms lang kunnen duren, loopt een schuldeiser het risico dat de schuldenaar geen geld of overige vermogensbestanddelen meer heeft om de vordering op te kunnen verhalen op het moment dat de rechter een uitspraak heeft gedaan. Daarom zal de schuldeiser bij aanvang van de procedure, of lopende de procedure, conservatoir beslag willen leggen op vermogensbestanddelen van de schuldenaar. Op die manier zorgt de schuldeiser ervoor dat de schuldenaar zijn vermogen niet kan wegsluizen of kan gebruiken voor de voldoening van andere schulden. Door het leggen van conservatoir beslag heeft de schuldeiser meer zekerheid dat hij zijn vordering nog kan verhalen op het vermogen van de schuldenaar, op het moment dat de rechter heeft geoordeeld dat de schuldeiser inderdaad recht heeft op betaling van de vordering.
Voorwaarden om conservatoir beslag te leggen
Om conservatoir beslag te kunnen leggen, moet aan diverse voorwaarden en formaliteiten worden voldaan. Deze zijn afhankelijk van het soort beslag dat de schuldeiser wil leggen. In alle gevallen is er toestemming van de voorzieningenrechter nodig voordat de schuldeiser conservatoir beslag kan leggen. Deze toestemming wordt ‘verlof’ genoemd.
Verlofverlening door de voorzieningenrechter
Als er een verzoekschrift wordt ingediend bij de voorzieningenrechter, waarin een schuldeiser vraagt om conservatoir beslag te mogen leggen op vermogensbestanddelen van de schuldenaar, dan beoordeelt de voorzieningenrechter dat verzoek. Maar welke afweging maakt de voorzieningenrechter bij het verlenen van toestemming?
De beoordeling die de voorzieningenrechter maakt
De voorzieningenrechter doet allereerst ‘een summier onderzoek’. Dat (beperkte) onderzoek is in veel gevallen gebaseerd op alleen de stellingen die de verzoeker (de schuldeiser) naar voren brengt. De verweerder (de schuldenaar) wordt meestal niet in de gelegenheid gesteld om een verweer of een reactie te geven.
Op basis van de stellingen van de verzoeker (de schuldeiser) moet summierlijk blijken van de deugdelijkheid van de vordering waarvoor de schuldeiser beslag wil gaan leggen. Dit brengt niet mee dat de voorzieningenrechter bij de beoordeling van het verzoek om verlof een voorlopig oordeel moet geven over de gegrondheid van de vordering van de schuldeiser. De voorzieningenrechter kijkt slechts of de vordering van die de schuldeiser op de schuldenaar heeft, in een bodemprocedure toegewezen zou kunnen worden. Anders gezegd: als niet direct duidelijk is dat de vordering van de schuldeiser in de bodemprocedure niet kan worden toegewezen, kan de voorzieningenrechter toestemming geven om conservatoir beslag te mogen leggen.
Daarnaast kijkt de voorzieningenrechter of er al redenen bekend zijn op grond waarvan het beslag zou kunnen worden opgeheven in een opheffingskortgeding. Als de voorzieningenrechter namelijk verlof verleent aan de schuldeiser om conservatoir beslag te leggen, dan kan de schuldenaar na de beslaglegging een kort geding starten, waarin de schuldenaar de voorzieningenrechter vraagt om het beslag op te heffen. Als er bij de verlofverlening al redenen bekend zijn op grond waarvan te voorzien is dat een beslag weer wordt opgeheven na een opheffingskortgeding, dan kan de voorzieningenrechter er op voorhand al voor kiezen om geen toestemming te verlenen om beslag te mogen leggen.
In het kader van het summiere onderzoek dient de voorzieningenrechter een belangenafweging te maken aan de hand van alle omstandigheden van het geval, waarbij het gaat om een (summiere) afweging van de wederzijdse belangen van de betrokken partijen. Daarnaast dient de voorzieningenrechter het verlofverzoek te toetsen aan de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit.
Wat betekent dit voor de praktijk?
Als een schuldenaar een vordering van een schuldeiser niet betaalt, kan de schuldeiser ervoor kiezen om – voordat er een gerechtelijke procedure wordt gestart – conservatoir beslag te leggen. Dit is vaak een effectief middel om ervoor te zorgen dat de schuldenaar geen vermogen wegsluist. Voor het leggen van conservatoir beslag is toestemming van de voorzieningenrechter nodig, maar de beoordeling die de voorzieningenrechter maakt, is heel beperkt. Het is daarom eenvoudig mogelijk om beslag te leggen.
Heeft u vragen over het leggen van conservatoir beslag of het effectief incasseren van geldvorderingen, neem dan contact op met onze advocaten.